El Negro en ik: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Naschrift

Voor deze opdracht heb je de 14e druk uit 2019 nodig. Die kun je als lid van de bibliotheek eventueel lenen als e-book

Een van de bronnen bij deze opdracht is een recensie die je op LiteRom kunt vinden. Voor het gebruik van LiteRom geldt: je moet lid zijn van de plaatselijke bibliotheek; dan kun je inloggen met je bibliotheekaccount. 

Titel El Negro en ik
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Naschrift
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus Opvattingen
Je leert de ontwikkeling in de opvattingen van de schrijver te analyseren.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Bron 1
Bron 2 (LiteRom)

El Negro en ik is in 2004 verschenen. Uiteraard is Frank Westerman de zaak ook na 2004 altijd blijven volgen. Toen zijn boek in 2019 aan een veertiende druk toe was, vond hij het tijd om het aan te vullen met nieuwe informatie over de zaak. Zorg ervoor dat je deze druk te pakken krijgt; je kunt bijv. het e-book even lenen als je lid bent van de bibliotheek.

A

  1. Lees het naschrift in de editie van 2019 en vat helder samen wat Westerman hier heeft toegevoegd aan het oorspronkelijke boek. Let erop dat het originele boek ook al een – op dat moment (november 2004) actuele – epiloog en verantwoording bevatte.
  2. Rond het verschijnen van die nieuwe editie in 2019 was Westerman te gast in een VPRO-radioprogramma. Bekijk en beluister de korte opname daarvan (bron 1). Wat is Westermans belangrijkste drijfveer om zich opnieuw op deze zaak te storten?
  3. Gaat het in het Naschrift 2019 alleen om nieuwe feiten, of ook om nieuwe inzichten? Licht je antwoord duidelijk toe, met voorbeelden en argumenten.

B

Het is logisch dat je opvattingen veranderen naarmate je meer meemaakt, meer van de wereld hebt gezien en meer geconfronteerd wordt met andere meningen en ideeën.

  1. Lees de recensie (uit 2004) van Gerrit Jan Zwier (bron 2). Zet puntsgewijs onder elkaar welke ontwikkeling in de opvattingen van Westerman door deze recensent is geconstateerd; noteer bij elk punt iets over de setting: plaats, jaartal, toenmalige rol van Westerman.
  2. Klopt het overzicht bij B1 met wat jij zelf als lezer in het boek hebt waargenomen? Als je aanvullingen of kritiek hebt op het schema van Zwier, kun je die hier kwijt.
  3. In het Naschrift 2019 is Westerman weer vijftien jaar verder in zijn ontwikkeling. Kan de lijn van B1 gewoon doorgetrokken worden, of zijn er dingen veranderd? Leg je antwoord uit. Let hierbij ook op je eigen antwoorden bij B2 en A2-3. 
  4. Met welke Westerman ben jij het zelf het meest eens: met de student Westerman uit 1985 of met een van zijn latere verschijningsvormen (tot en met 2019)? Leg je antwoord uit.