Kaas: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Stijl

In Kaas maakt Elsschot gebruik van verschillende stijlkenmerken die op de lezer een humoristisch effect kunnen hebben.

Titel Kaas
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Stijl
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus stijl
Je leert reflecteren op de stijl van de auteur
Gemaakt door Jeanneke Brosky
Bron taaladvies.net | over ironie, sarcasme en cynisme

Vraag 1


Geef vier passages die jij humoristisch vindt en leg uit waar volgens jou de humor in zit.


Vraag 2


Geef bij elke passage aan of Elsschot zich bedient van een van de stijlmiddelen die genoemd worden in bron 1, en zo ja, welk stijlmiddel dat dan is en waarom.


Vraag 3


Op welke momenten gebruikt Elsschot humor? Waarom denk je dat hij dat op deze momenten doet?


Vraag 4



Het eerste en tweede hoofdstuk van Kaas worden door sommige critici gezien als een valse start die stilistisch sterk verschilt van de andere hoofdstukken. Ben je het hier wel/niet mee eens? Geef argumenten.


Vraag 5


De roman Haantjes (2011) van Kluun kun je een moderne variant op Kaas noemen. Daarin probeert een stel ondernemers veel geld te verdienen aan de Gay Games. Vergelijk de stijl van Kluun en Elsschot door twee willekeurige pagina's (bijvoorbeeld 50 en 51) uit de boeken met elkaar te vergelijken. Let op zinslengte, dialogen, woordkeus en soort humor.