Rachels rokje: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Taalregisters

Titel Rachels rokje
Niveau boek niveau 6
Opdracht niveau 5 | Taalregisters
Studielast 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Het effect van verschillende taalregisters in een literaire roman
Je leert verschillende taalregisters onderscheiden en het effect daarvan onderzoeken.
Gemaakt door Dietske van den Berg-Geerlings
Bron Bron 1
Bron 2

A

Een taalregister is een stijl die past bij een bepaalde situatie. Zo kun je een formele stijl onderscheiden van een informele stijl.
Pas jij zelf je stijl aan bepaalde situaties aan? Leg je antwoord uit.

 
B

  1. Raymond Queneau is de auteur van de bekende Stijloefeningen, waarbij hij in 99 varianten dezelfde situatie beschrijft. Bekijk bron 1, waarin je enkele voorbeelden ziet van de vertaling die Rudy Kousbroek hiervan maakte. Lees deze selectie van varianten. Kies vier fragmenten uit deze bron en beschrijf per fragment wat er karakteristiek aan is. Wees zo concreet mogelijk.
  2. Charlotte Mutsaers gebruikt in Rachels rokje ook verschillende stijlen door elkaar. Het is nog helemaal niet zo eenvoudig om die stijlen een naam te geven. Hieronder staan enkele pogingen:
    - meer poëzie dan proza
    - vraag-antwoord
    - gebiedende wijs
    - archaïsche of verheven (bijbelse?) taal
    - de toon van kinderliedjes of kindertaal
    - spel met spreekwoorden en uitdrukkingen
    - sprookjes
    - twijfel en onzekerheid
    - scheldkanonnade
    - tot over je oren verliefd
    - ...
    Kies er vijf uit (dat mag dus ook een zelf beschreven variant zijn), benoem daarvan een of meerdere kenmerken, voor zover de naam die niet al zelf aangeeft, en noteer daarachter een voorbeeld uit het boek (een citaat dus).
  3. Geef per gekozen voorbeeld aan in hoeverre je de stijl vindt passen in de context van het verhaal. 
  4. Nu stapt Mutsaers moeiteloos over van het ene register naar het andere. Geef drie voorbeelden met zulke abrupte stijlovergangen uit het boek. Benoem de verschillende registers, geef kenmerken daarvan en geef ook aan wat het effect is van de overgangen tussen de registers. 
  5. Bekijk bron 2. Ook hier zie je dat Mutsaers bijna dwangmatig, zoals ze dat zelf noemt, met taal speelt. De hoofdpersoon van Rachels rokje heet Rachel Stottermaus. Dat is een anagram van Charlotte Mutsaers. Wat zie je van Charlotte Mutsaers terug in Rachel Stottermaus?


C

Wat vind jij van het gebruik van verschillende taalregisters in Rachels rokje? Schrijf een beschouwing van ongeveer 300 woorden waarin je beschrijft wat voor effect het gebruik van verschillende stijlen in Rachels rokje op jou als lezer heeft. Betrek daarbij ook de vraag of Mutsaers dit verhaal, voor zover het dat is, ook op een geijkte manier en in één taalregister geschreven zou kunnen hebben. Leg uit waarom wel of niet. Geef daarbij ook verschillende voorbeelden uit het boek.