A

1. Heb je, behalve Rachels rokje, wel eens vaker boeken gelezen waarin wordt verwezen naar andere teksten uit de (wereld)literatuur? Zo ja, geef een of meerdere voorbeelden.
2. Als je zo’n verwijzing bent tegengekomen of zou tegenkomen, zoek je dan op wat die verwijzing precies inhoudt? Waarom wel of niet? 

B

In Rachels rokje komen heel veel intertekstuele verwijzingen voor, op verschillende niveaus.

1. Zo zijn er veel verwijzingen naar kinderliedjes of kinderliteratuur. Blader nogmaals door Rachels rokje en zoek minimaal drie voorbeelden van dit soort verwijzingen.
2. Welke betekenis kun je aan deze verwijzingen geven?
3. In plooi zesentwintig staat het volgende fragment:
   
   Er hangt absoluut veel moois in: de rokken van Joy Scheepmaker, de plooirok van Barthes, de plooirok van Mallarmé, de plooirok van Michaux, het Schotse rokje dat Kuifje op de Zwarte Rotsen droeg, de paardrijrok van Calamity Jane (Rampen-Jannie), het rokje dat de dood aankondigt van Emma Bovary (‘Het stormde hard die dag en het korte rokje waaide op’), het frambozerode rokje van Tsvetajeva, de rok van Vogel Rok uit Sindbad de Zeeman, Rilkes rokje met de zware riem, alle rokjes van Franz Kafka, het rokje van het aapje op het stokje, de zwarte rok van het universum met de broodkruimel erop... stuk voor stuk rokken die ik dolgraag aan zou willen passen.
   
   In dit fragment worden nogal wat verschillende namen genoemd. Kies er minimaal drie uit en zoek achtergrondinformatie daarover op. 
4. Welke betekenis kun je geven aan deze drie intertekstuele verwijzingen?
5. Lees bron 1. Welke informatie kun je daar vinden over intertekstuele verwijzingen?
6. Vind je dat die informatie ook van toepassing is op Rachels rokje? Waarom wel/niet? 

C

Bereid een korte presentatie van maximaal tien minuten voor waarin je de stelling verdedigt dat intertekstuele verwijzingen een literaire roman verrijken of juist verstoren. Gebruik bij de onderbouwing van je betoog argumenten die je ontleent aan intertekstuele verwijzingen in Rachels rokje. Overleg met je docent of je deze presentatie ook echt zult houden.