Red ons, Maria Montanelli: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Hoofdpersoon

Door de keuze voor het ik-perspectief heeft Koch ons heel nadrukkelijk 'gevangen gezet' in het hoofd van de hoofdpersoon. Daardoor maken we al zijn gevoelens en gedachten mee. Die zijn heel duidelijk, maar wel 'verscheurd', zou je kunnen zeggen. Heftige hekel aan iemand wordt geregeld afgewisseld met medelijden, sympathie of zelfs liefde voor diezelfde persoon.

Titel Red ons, Maria Montanelli
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Hoofdpersoon
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus hoofdpersoon
Je leert gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon nauwkeurig te analyseren en beoordelen.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 jmouders.nl | 'Pubergedrag'
Bron 2 opvoeden.nl | 'Puberteit'

A

Gebruik voor de volgende opdrachten schema 1. Je mag, als je dat wilt, onderscheid maken tussen verschillende leraren. Ook kun je desgewenst een personage toevoegen. 

Opdracht 1

In de tweede kolom noteer je kort een gebeurtenis of je beschrijft een bepaald soort typerend gedrag van het betreffende personage.

Opdracht 2

In de derde kolom noteer je het oordeel van de hoofdpersoon hierover. Kies daarbij zo mogelijk voor de (vaak kleurrijke) woorden van de hoofdpersoon.


Opdracht 3

In de laatste kolom noteer je een gevoel of gedachte dat/die hier tegenover staat.


schema 1

Personage Gedrag/uitingen Oordeel hoofdpersoon Nuance daarop
vader
moeder
Jan Wildschut
leraren




Opdracht 1

Denk na over wat je hebt ingevuld in de kolommen 3 en 4 van schema 1. Noteer in de tweede kolom van schema 2 wat jouw oordeel is over deze tegenstrijdige gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon.

Opdracht 2

In de kolom daarachter noteer je wat naar jouw idee deze tegenstrijdigheid kan verklaren. Pas op met algemeenheden als 'de puberteit'; die zijn verboden.  


Schema 2

Personage Jouw oordeel over die gedachten/gevoelens van de hoofdpersoon Verklaring
vader
moeder
Jan Wildschut
leraren

C

Lees nu de bronnen 1 en 2. Schrijf een stukje van ongeveer 300 woorden waarin je aangeeft in welke mate gedrag, gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon verklaard kunnen worden door de informatie in deze bronnen. 
Overigens: wat zou de hoofdpersoon zelf gevonden hebben van dit soort sites?