Het fregatschip Johanna Maria: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Personificatie

Titel Het fregatschip Johanna Maria
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Personificatie
Studielast 4 uur
Werkvorm individueel
Focus focus
Je leert reflecteren op de betekenis van beeldspraak in een roman.
Gemaakt door Monique Metzemaekers

A

Van Schendel beschrijft het fregatschip Johanna Maria alsof het een persoon is. Kun jij je voorstellen dat levenloze zaken als het ware 'bezield' zijn? Leg je antwoord uit.


B

Lees het volgende fragment.

'En het zou een voorspoedige reis geworden zijn, want het weer bleef gedurig gunstig, indien de Johanna Maria niet een bui van grilligheid had gekregen en vele dagen een kwade luim hield. Hoe er ook gebrast werd om de wind in de zeilen te geven, het schip wilde soms niet voort. De kapitein riep herhaaldelijk Brouwer om uitleg waarom dit zeil niet zus of zo gemaakt was, waarom zekere talies niet strakker konden spannen, hij had veel aan te merken en Brouwer kreeg elke dag werk te doen dat hij nutteloos achtte. Hij had zijn eigen mening dat zeemanschap alleen niet genoeg was om een schip te laten varen.' (p. 50-51) 


Vraag 1

Leg uit dat het schip hier als een persoon wordt voorgesteld.


Vraag 2

Het schip heeft een vrouwennaam. Leg uit dat dat niet toevallig is.


Vraag 3

Uit het fragment blijkt dat er een soort driehoeksrelatie is tussen schip-kapitein-Brouwer. Beschrijf die relatie.


Vraag 4

Wat is er meer nodig dan zeemanschap om een schip te laten varen volgens Brouwer, denk je?


C

Je gaat onderzoeken in hoeverre het fragment kenmerkend is voor de hele roman.


Vraag 1

Noteer minimaal vijf passages waarin het schip als een persoon wordt voorgesteld.


Vraag 2

Wat is het schip voor persoon? Beschrijf het karakter van het schip.


Vraag 3

Beschrijf de relatie tussen Brouwer en het schip. Betrek hierbij een passage waaruit duidelijk blijkt wat er met het schip gebeurt wanneer Brouwer aan het stuur staat.


Vraag 4

De Johanna Maria vaart onder diverse kapiteins. Wat betekent dat voor het schip? Verwerk twee concrete voorbeelden in je antwoord. 


D

Schrijf een betoog (500 woorden) waarin je één van de volgende stellingen beargumenteert:

  • Het is een sterke vondst dat Van Schendel het fregatschip voorstelt als een persoon.
  • Het voegt niets toe aan het verhaal dat Van Schendel het fregatschip voorstelt als een persoon.

Betrek je antwoorden bij A, B en C in je betoog.