Tussentijds: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Relaties

Titel Tussentijds
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Relaties
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus De ontwikkeling van relaties
Je leert ontdekken hoe personages nader tot elkaar kunnen komen.
Gemaakt door Dietske van den Berg-Geerlings

A

  1. Wat vind jij belangrijke levensvragen in een liefdesrelatie? Noem er twee en leg uit waarom je ze belangrijk vindt.
  2. Vind jij dat twee mensen in een liefdesrelatie over zulke belangrijke levensvragen ongeveer hetzelfde zouden moeten denken, wil hun relatie toekomst hebben? Leg je antwoord uit. 


B

  1. Hoe zou jij de relatie tussen Robin en Tess uit Tussentijds beschrijven, aan het begin van hun relatie? Hiervoor kun je het beste de tweede helft van hoofdstuk 3 (blz. 26 t/m 32) herlezen. Robin doet daar enkele uitspraken over zichzelf zoals hij toen was, over Tess en ook over hen beiden. Noteer van elk van deze drie minimaal één uitspraak en trek van daaruit conclusies over hun relatie destijds.
  2. Doe hetzelfde, maar dan over hun relatie aan het eind van het verhaal. Herlees daarvoor de laatste twee hoofdstukken (vanaf bladzijde 153). 
  3. Noem voor jou belangrijke overeenkomsten en verschillen tussen toen en nu.
  4. Op bladzijde 15 en 16 van de roman is Robin in het prentenboek van Tess aan het kijken en naar aanleiding van de prenten, mijmert hij wat over hun relatie. Op bladzijde 16 staat: ‘Ik blijf kijken, alsof ik op die manier háár zie. Steeds meer van haar leer begrijpen.’ Leg uit hoe het bladeren in het prentenboek kan bijdragen aan een beter begrip van Tess.
  5. Noteer, behalve het lezen van Tess’ prentenboek, andere factoren uit het leven van Tess en Robin die wellicht hebben bijgedragen aan de verandering, of die er juist voor hebben gezorgd dat bepaalde elementen uit hun relatie hetzelfde zijn gebleven. Denk aan: gesprekken met elkaar, gedrag ten opzichte van elkaar, of externe factoren (bepaalde gebeurtenissen in hun leven).
  6. In hoeverre zijn Robin en Tess in de loop van het verhaal nader tot elkaar gekomen? Leg je antwoord uit. 


C

Kijk nog eens naar je antwoorden bij A. Denk je daar na het maken van onderdeel B nog steeds hetzelfde over? Waarom wel of niet? Betrek in je antwoord voorbeelden uit de relatie tussen Robin en Tess.