A

Lees je graag boeken die geschreven zijn vanuit een ik-persoon? Leg je antwoord uit.

B

1. Herlees de eerste twee bladzijden van Tussentijds en let op het perspectief. Welke informatie krijg je op deze twee bladzijden over de hoofdpersoon en over Tess?
2. Het volgende fragment komt van de tweede bladzijde:
   ‘Tess stond soms na het douchen naar hem te kijken terwijl hij in zijn badstof poncho richting zijn slaapkamer denderde en zijn voetafdruk achterliet, en dan zei ze: die hebben wíj gemaakt, Robin, omdat dat besef haar eens in de zoveel tijd overviel en dan wist ze niet wat ze met die overweldigende werkelijkheid aan moest.’ 
   Als je weet dat dit vanuit de ik-persoon wordt geschreven, kun je dan eigenlijk wel zeker weten dat ‘dat besef haar eens in de zoveel tijd overviel’ en dat ze dan niet wist ‘wat ze met die overweldigende werkelijkheid aan moest’? Leg je antwoord uit.
3. Ga in het boek op zoek naar observaties of gedachten van de hoofdpersoon over Tess, waarbij je het gevoel hebt dat hij zelf de gevoelens of gedachten van haar invult en dat ze niet per se van haar zouden hoeven te zijn. Noteer minimaal drie vindplaatsen.
4. Het volgende fragment komt uit het eind van het boek:
   ‘Het spoor piept en kraakt, er hangt een roodroze gloed boven de huizen. “Jawel,” zegt ze. “Dat hoef je jezelf niet te vertellen. En er waren momenten dat ik zeker wist dat ik ook geen kinderen wilde. Maar...” Ze kijkt me aan en kijkt weer weg. “Maar steeds vaker wist ik zeker dat ik het wel wilde. Omdat alle andere dingen klopten.” Haar telefoon maakt een geluid. Een halve minuut is ze stil, en dan zegt ze: “Het was of we jarenlang een lot met de winnende nummers in de keukenla lieten liggen.” We zijn er bijna. Het groepje jongeren staat op en verzamelt zich bij een andere uitgang. Tess kijkt op haar telefoon.’
   Hoe komt het dat je uit bovenstaand fragment wel met zekerheid kunt aannemen dat Tess eerst geen kinderen wilde en later wel, en dat dit niet door de ik-persoon is ingevuld? Leg je antwoord uit.
5. Ga in het boek op zoek naar meer gedachten of gevoelens van Tess waarvan je kunt aannemen dat ze echt van haar afkomstig zijn. Noteer ook hier minimaal drie vindplaatsen. Leg ook uit waarom je dat volgens jou kunt aannemen.

C

Lees voor onderstaande opdrachten eerst bron 1.

1. Vind je het ik-perspectief uit Tussentijds betrouwbaar of onbetrouwbaar (of iets ertussenin)? Leg je antwoord uit.
2. Vind je dat er een verschil zit in betrouwbaarheid tussen het beschouwende en belevende perspectief in Tussentijds? Waarom wel/niet? 
3. Zegt het wel of niet betrouwbaar zijn van het perspectief ook iets over de betrouwbaarheid van het personage zelf? Betrek in je antwoord ook het karakter van de ik-persoon uit Tussentijds. 
4. Waarom zou een auteur soms kiezen voor een onbetrouwbaar perspectief, met andere woorden, welk effect kan hij daarmee bereiken?