Camera Obscura: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Inhoud

Deze opdracht gaat over drie verhalen: 'Een onaangenaam mens in de Haarlemmerhout', 'De familie Stastok' en 'De familie Kegge'.

Titel Camera Obscura
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Inhoud
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus inhoud
Je leert te reflecteren op de strekking van het boek.
Gemaakt door Marlies Schouwstra
Bron 1 nos.nl | '"Zorgelijke trend": even slim maar geen gelijke kansen op school'
Bron 2 nl.wikipedia.org | 'Burgerij'
Bron 3 literatuurgeschiedenis.nl | 'Camera obscura'
Bron 4 nl.wikipedia.org | 'Ironie: Uitingsvormen in de taal'

A

Lees de Literaire theorie en bron 1.
Is er, afgaande op de informatie in bron 1, in Nederland sprake van

Optie A: een klassenmaatschappij
Optie B: een standenmaatschappij
Optie C: beide
Optie D: geen van beide
Leg je antwoord uit.


B

In de negentiende eeuw kende Nederland een standenmaatschappij. Hildebrand beschrijft verschillende standen expliciet in 'Een onaangenaam mens in de Haarlemmerhout' als hij zichzelf opvoert als 'natuuronderzoeker'.

Vraag 1

Noteer voor elke stand:

  • de beroepsgroepen die deel uitmaken van de stand   
  • de kleding die bij deze stand hoort 
  • een ander kenmerkend aspect van de stand


Vraag 2

Bestudeer bron 2. Welke namen horen bij de standen die je in vraag 1 hebt onderscheiden?   


Vraag 3

Tot welke stand behoort de familie Stastok? En de familie Kegge?   


Vraag 4

Stel je voor dat jij in de negentiende eeuw leefde.   

Vraag 4 a

Tot welke stand zou jij behoren?   


Vraag 4b

Tot welke stand zou je willen behoren?   


Vraag 4c

Maakt het voor je antwoord op de vorige twee vragen uit of je een jongen of een meisje bent? Leg uit.


C

Vraag 1

Lees bron 3. Tot welke stand behoort het personage Hildebrand? Leg je antwoord uit.   


Vraag 2a

Met welke stand(en) drijft de schrijver Hildebrand de spot? Leg je antwoord uit.


Vraag 2b

Hoe drijft hij de spot met deze stand(en)? Welke literaire middelen gebruikt hij daartoe? Lees voor het beantwoorden van deze vragen bron 4 en licht elke uitingsvorm toe aan de hand van een voorbeeld uit Camera Obscura.   


Vraag 3

Wat is Hildebrands kritiek op deze stand(en)? Leg je antwoord uit aan de hand van een voorbeeld of citaat uit het boek.   


Vraag 4

Wat vind jij van deze kritiek? Leg je antwoord uit.   


Vraag 5

Herlees je antwoord op de A-vraag. In hoeverre vind je Hildebrands kritiek actueel? Gebruik ongeveer 100 woorden voor je antwoord.


(Literaire) theorie

Klassen en standen
Klassen zijn economische groeperingen; bezit, inkomen, economische macht zijn de criteria van iedere klasseindeling.
Een stand daarentegen wordt niet door economische factoren bijeengehouden, maar door sociaalpsychologische. Cultuur, afkomst, opvoeding en beroep zijn bepalend voor de indeling in standen.