Het jongensuur: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Joden

Titel Het jongensuur
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Joden
Studielast 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Kwesties
Je leert reflecteren op beladen woorden en beelden.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Bron 1
Bron 2
Bron 3

Vrouwen en joden, dat is bijna hetzelfde dacht ik. Ze kunnen niets terug doen, ze zijn altijd schuldig.
Deze gedachte van Simone vind je tegen het eind van het hoofdstuk ‘Zanddorp 1944’.


A

  1. Zoek dit citaat op in zijn context, en leg uit wat Simone ermee bedoelt.
  2. Dat Simone problemen heeft met het vrouw-zijn wordt in het boek wel duidelijk. Maar hoe zit dat met haar jood-zijn? Zoek uit wat het boek daarover zegt. Aanwijzing: in het hoofdstuk ‘Waterstad 1940’ speelt de joodse afkomst van Simone de grootste rol.
  3. Klopt de vergelijking die Simone maakt tussen vrouwen en joden eigenlijk wel? Vind jij dat zij – vanuit haar visie op meisjes/vrouwen – terecht het (nood)lot van beide groepen met elkaar verbindt? Leg uit.
     

B

  1. Heb je weleens gehoord van het ‘argumentum ad Hitlerum’? Leg uit of zoek op wat dat is.
  2. Wie in een discussie of debat met het Hitler-argument komt aanzetten, wordt niet meer serieus genomen. Maar kunnen we het nog wel over joden hebben?
    a. Lees bron 1. Welk probleem wordt hier beschreven, en welke argumenten worden er genoemd?
    b. Hoe denk jij hierover? Leg uit.
  3. Lees nu bron 2. Dit artikel is afkomstig uit de rubriek ‘Antisemitisme’ op de website van het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël). Ook hier de vraag: wat is het probleem, wat zijn de argumenten en wat vind jij hiervan?
  4. Hoe oordeelt de rechter over zulke zaken? Lees bron 3 en bekijk de video. Noteer de rechterlijke uitspraak en de argumenten die de rechter ervoor aanvoert.
  5. Nu weer terug naar de vergelijking die Simone maakt. Kan deze vergelijking, gelet op de argumentaties die je bij de vorige vragen hebt bekeken, nog wel door de beugel? Licht je antwoord toe.
  6. We trekken de zaak nog iets breder. Is een schrijver volgens jou vrij om alles op te schrijven wat hij wil, of moet hij er soms het zwijgen toe doen? En dan: zelfcensuur of overheidscensuur? Licht je antwoorden kort toe.
  7. Tot slot. Als jij een advies zou moeten geven over een heruitgave van Het jongensuur, zou jij deze joden-vergelijking dan laten schrappen of aanpassen? Een voetnoot laten plaatsen, of een opmerking van de uitgever? Of laat je het ongewijzigd en zonder commentaar passeren? Licht je keuze toe.