Het zwijgen van Maria Zachea: Opdracht

Opdracht niveau 1 | Grondmotief betekenis

Het zwijgen van Maria Zachea bestaat uit twaalf hoofdstukken. Die hebben als titel de naam van degene die daarin, via de schrijfster, 'aan het woord' is, niet als 'ik', maar in de derde persoon. In deze opdracht verplaats je je in een van deze twaalf personen en je probeert de relatie met de anderen aan te geven.

Titel Het zwijgen van Maria Zachea
Niveau boek niveau 1
Opdracht niveau 1 | Grondmotief/betekenis
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus grondmotief/betekenis
Je leert betekenis geven aan een boek dat geen roman is
Gemaakt door Jan Erik Grezel

A

Eerst wat vragen over jou persoonlijk.

Vraag 1

Hoe is jouw familiesituatie? Woon je bij de ouders of (afwisselend) bij een van beide ouders? Heb je broers en zussen of ben je enig kind?


Vraag 2

Maak een zogenaamd 'familiogram' van jouw familiesituatie: je tekent een cirkel in het midden, daarin zet je 'ik' of je eigen naam. Daaromheen teken je cirkeltjes of wolkjes die de andere gezinsleden voorstellen. Hoe verder de wolk weg staat, hoe minder intensief het contact.


Vraag 3

Voeg eventueel andere familieleden toe met wie je contact hebt: grootouders, neven, nichten, ooms en tantes.


B

Vraag 1

Stel je nu voor dat jij in het gezin Koelemeijer opgroeit als een van de twaalf kinderen uit het boek. Kies de persoon die jou het meest aanspreekt (met wie je je het beste kunt identificeren). Wie wordt het?


Vraag 2

Maak nu een 'familiogram' zoals onder A: jij bent als een van de kinderen het personage dat in het middelpunt staat, maar daaromheen teken je 13 of 14 wolkjes: voor de beide ouders en je elf broers en zussen en eventueel je overleden broer.


C

Verplaats je nu in de situatie waarin jij met je broers en zusters Koelemeijer voor jullie oude moeder zorgt. Zoals je in het boek hebt gelezen, is er een rooster. Ieder kind neemt een avond en nacht 'zorg' voor zijn of haar rekening. Aan het eind schrijft degene die heeft 'opgepast' meestal iets in het logboek. Denk je nu in (als het kind Koelemeijer dat je bent) dat je een avond en nacht voor moeder Maria gezorgd hebt en wat er in die tijd gebeurd kan zijn, wat er eventueel besproken is.

Vraag 1

Schrijf jouw stukje voor het logboek en beperk je tot zakelijke mededelingen (voorbeelden vind je in het boek).


Vraag 2

Stel je voor dat je een gesprek met je moeder hebt gehad en haar allerlei vragen hebt gesteld over de relaties binnen het gezin. Beschrijf voor het logboek wat je hebt gevraagd en hoe de moeder reageerde.