Op de site van bibliotheek West-Achterhoek staat een fragment waarop Roxane van Iperen vertelt over een bepaalde passage uit ‘t Hooge Nest. Vervolgens leest zij die scène voor. Bekijk het fragment via bron 1.

A

1. Door de inleidende woorden van Van Iperen kun je vaststellen in welk deel van het boek de scène voorkomt. Welk deel is dat?
2. Waarom noemt de schrijfster deze scène ‘cruciaal’? 
3. Van Iperen verwijst in haar inleiding naar Sophie’s choice. Ze zegt: ‘Iedereen kent Sophie’s choice.’ Maar jij kent dat misschien niet. Zoek uit waar Van Iperen naar verwijst als ze Sophie’s choice noemt.
4. Welke overeenkomst zie je tussen deze scène uit ‘t Hooge Nest en de dramatische scène uit Sophie’s choice?
5. In haar inleiding vertelt ze ook iets over Rob, de zoon van Janny. Hij heeft blijkbaar in een tv-programma zijn rol in de scène beoordeeld. Welke uitspraak doet hij over zijn rol?

B

1. Herlees het hoofdstuk waaruit de passage komt die Van Iperen voorleest. Beschrijf kort in eigen woorden wat er gebeurt in dat hoofdstuk.
2. Wat vind jij als lezer van de passage die wordt voorgelezen? Ervaar je die ook als cruciaal, als sleutelscène dus? Of juist niet? Leg uit waarom je dat vindt.
3. Hoe heeft de schrijfster de gebeurtenissen in deze scène zo nauwkeurig en gedetailleerd kunnen weergeven?
4. In hoeverre acht je de weergave van de scène realistisch? Leg uit.  

C

1. Bij A4 heb je de uitspraak van Rob geciteerd over zijn rol in het geheel. Welke morele kwestie snijdt Rob aan met deze uitspraak?
2. Hoe beoordeel jij de visie van Rob? Heeft hij gelijk of niet? Kun je je voorstellen hoe hij tegen zijn rol aankijkt? Leg uit.
3. Wat kun je nu, nadat je de bewuste passage uitvoeriger hebt beoordeeld, zeggen over de verwijzing van Van Iperen naar Sophie’s choice?