't Hooge Nest: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Geloofwaardigheid

Een van de bronnen bij deze opdracht is een interview dat je op LiteRom kunt vinden. Voor het gebruik van LiteRom geldt: je moet lid zijn van de plaatselijke bibliotheek; dan kun je inloggen met je bibliotheekaccount. 

Titel 't Hooge Nest
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 3 | Geloofwaardigheid
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus De presentatie van een non-fictieverhaal
Je leert nadenken over de manier van presenteren van non-fictie.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron Bron 1
Bron 2
Bron 3 (LiteRom)

A

Bekijk bron 1: Annejet van der Zijl bij het boekenprogramma Brommer op zee (in ieder geval vanaf 09:25 min.). In dit fragment vertelt schrijfster Annejet van de Zijl over haar visie op ‘inkleuring’.

  1. Hoe slaagt Annejet van der Zijl erin om een waargebeurd verhaal niet in te kleuren?
  2. Welke reden(en) noemt zij om inkleuring te vermijden?
  3. Denk je dat Roxane van Iperen en Annejet van der Zijl het eens of oneens zijn met elkaar als het gaat om inkleuring bij non-fictie? Leg uit.


B

Bekijk bron 2. In dit filmpje leest Roxane van Iperen een stukje voor uit ‘t Hooge Nest.

  1. Wat valt je op aan het fragment dat Van Iperen voorleest, als je bedenkt dat het non-fictie is?
  2. Noem drie voorbeelden waarbij sprake is van ‘inkleuring’.
  3. Hoe beoordeel je die inkleuring? Verhoogt die de spanning, is die interessant of doet die misschien niet ter zake? Leg uit. 


C

  1. Van Iperen heeft gekozen voor haar eigen, specifieke manier van vertellen. Let bijvoorbeeld eens goed op de dialogen of op afwegingen die mensen maken. Noem drie kenmerken van Van Iperens vertelwijze en geef aan in hoeverre die afwijkt van die van Annejet van der Zijl.
  2. Wat vind jij van die manier van vertellen? Maakt die het verhaal spannend of juist niet, écht of ongeloofwaardig? Of ervaar je nog een ander effect?

    Lees nu bron 3. Hierin wordt ook gesproken over de geloofwaardigheid van het verhaal dat Roxane van Iperen vertelt.
  3. Waarom zou je die geloofwaardigheid in twijfel trekken?
  4. Welke redenen noemt Van Iperen voor haar keuze van vertelwijze? Wat vind je van die onderbouwing? Leg uit.