Birk: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Fictie/werkelijkheid

Op 31 juli 2014 werd Jaap Robben geïnterviewd door Petra Possel in het programma 'Kunststof' (bron 1). 

Lees eerst de opdrachten, beluister daarna het interview (ca. 50 minuten) en maak aantekeningen tijdens het luisteren.

Titel Birk
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Fictie/werkelijkheid
Studielast 4 uur (incl. het beluisteren van het interview)
Werkvorm individueel
Focus fictie - werkelijkheid
Je leert nadenken over het verband tussen 'wat waargebeurd is' en (al dan niet betrouwbare) informatie over de auteur en zijn literaire werk
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron ntr.nl | gesprek met Jaap Robben bij 'Kunsstof' (31 juli 2014, vanaf 3:30)

A


Vraag 1



In de inleiding vertelt Petra Possel dat dit interview 'een herkansing' is. Robben vindt dat wel fijn en legt uit waarom. Wat zegt dat over hem als persoon(lijkheid)?


Vraag 2


Possel is zeer lovend over de roman. Ze noemt die 'prachtig, poëtisch, gruwelijk'. Waarin zitten volgens jou de gruwelijkheden in de roman?


Vraag 3


Nog een opvallende opmerking van de interviewster is: '… en heel mooi opgeschreven en daar gaat het uiteindelijk om bij boeken natuurlijk.' Wat maakt dat duidelijk over de manier waarop Possel boeken waardeert? En ben je het met die bewering eens? Leg uit waarom wel of niet.


B


Vraag 1



Sommige lezers willen graag weten 'wat er waar is' van een verhaal of in hoeverre een verhaal gebaseerd is op wat de schrijver zelf heeft meegemaakt. Ben jij ook zo’n lezer? Of maakt het voor jou niet uit of het al dan niet 'waargebeurd' is? Leg uit.


Vraag 2


Noem minimaal twee aanknopingspunten uit de werkelijkheid die Robben heeft gebruikt in zijn roman.


Vraag 3


Beschrijf in ongeveer 100 woorden drie dingen die Robben zegt over de betekenis van het verhaal. Betrek je antwoord op de vorige vraag daarbij. 


C


Vraag 1



Wat zegt de literaire theorie in het algemeen over de waarde van biografische gegevens van een schrijver voor de interpretatie van zijn of haar werk?


Vraag 2


Vind jij dat biografische gegevens je kunnen helpen om romans of gedichten beter te begrijpen? Of staat het (werkelijke) leven van een auteur helemaal los van de interpretatie van een literair werk? Leg uit.


Vraag 3


Welke parallellen legt Robben tussen het verhaal en de situatie waarin hij tijdens het schrijven zat?


Vraag 4


Robben heeft ervaring als cabaretier, theatermaker en acteur, stadsdichter en voordrachtskunstenaar. In dit verband spreekt hij over de eigen vorm die verschillende literaire uitingen hebben: een toneelstuk noemt hij 'een halfproduct'. Wat is een roman in zijn visie? Kun je je vinden in deze karakterisering?


Vraag 5


Tijdens het interview komt de moeder van Robben enkele keren naar voren. 


Stap A


Welke concrete rol speelde zij bij de ontwikkeling van Robben als cabaretier, theatermaker en romanschrijver? 


Stap B


De voor de hand liggende vraag stelt Petra Possel niet. Wat is die vraag en waarom stelt ze die niet, denk je?


Vraag 6


Noem drie dingen waarover jij met Robben zou willen doorpraten in een 'meet-and-greet'.