Fabriekskinderen: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Literatuur en maatschappij

We beginnen in de geschiedenis van de Nederlandse popmuziek en eindigen in de literatuurgeschiedenis.

Titel Fabriekskinderen
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 4 | Literatuur en maatschappij
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus literatuur en maatschappij
Je leert de strekking van het boek in breder verband plaatsen
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 1 Boudewijn de Groot, 'Welterusten mijnheer de president' (1965), op: YouTube
Bron 2 Frank Boeijen, 'Zwart wit' (1984), op: YouTube
Bron 3 Max Havelaar', op: literatuurgeschiedenis.nl
Bron 4 'Dat bliksems knappe boek: Max Havelaar', op: literatuurgeschiedenis.nl

Vraag 1

Je gaat eerst twee klassiekers beluisteren: 'Welterusten mijnheer de president' (1965) van Boudewijn de Groot (bron 1) en 'Zwart wit' (1984) van Frank Boeijen (bron 2). Wat is, gelet op de inhoud en de boodschap, de overeenkomst tussen deze twee songs?


Vraag 2

Lees de Literaire theorie over geëngageerde literatuur.

Stap a:
Zou je de songs die je bij vraag 1 beluisterd hebt geëngageerd noemen? Leg uit.

Stap b:
Ken jij een song uit onze eigen tijd die je geëngageerd zou kunnen noemen? Welke?

Stap c:
Heb jij misschien een verhaal of roman uit onze tijd gelezen dat/die een voorbeeld van geëngageerde literatuur is? Welk(e)?

Stap d:
Zou jij Fabriekskinderen geëngageerde literatuur noemen? Leg uit.


Vraag 3

Elf jaar vóór Fabriekskinderen verscheen Uncle Tom's Cabin (De hut van oom Tom) van Harriet Beecher Stowe. Zoek informatie over dit boek (over klassiekers gesproken!) en doe verslag in een tekstje van maximaal 200 woorden. Uiteraard gebruik je ook de term 'geëngageerd', als die van toepassing is.


Vraag 4

Hét voorbeeld van geëngageerde literatuur in Nederland is Max Havelaar van Multatuli. Het verscheen in 1860, drie jaar vóór Fabriekskinderen. Er is geen twijfel over dat Cremer zich door dit voorbeeld heeft laten inspireren. Lees de informatie over Max Havelaar op deze site (niveau 5) en de twee pagina's op Literatuurgeschiedenis.nl (bron 3 en 4). Welke overeenkomsten tussen Max Havelaar en Fabriekskinderen heb je ontdekt?


Vraag 5

Op 11 maart 1863 deed de Nieuwe Rotterdamsche Courant uitvoerig verslag van Cremers voordracht van Fabriekskinderen vier dagen eerder. De beschouwing eindigde als volgt: 'Hoe dikwijls bedroeven wij ons over het lot van de negers en Javanen. Laat ons niet vergeten dat er ook in onze eigen fabriekssteden dag aan dag, in den letterlijken zin kinderen van ons volk worden vermoord, en dat het een nationale pligt is daaraan zoo spoedig mogelijk een einde te maken.' (Citaat ontleend aan de uitgave Kinderarbeid. J.J. Cremer en de Leidse fabriekskinderen, p. 34).
Als het goed is, zie je in dit citaat alles wat je gedaan hebt bij vraag 2, 3 en 4 samenkomen. Geef commentaar op het citaat met de kennis die je bij deze opdracht hebt opgedaan.

(Literaire) theorie


Geëngageerde literatuur - Zoals een schrijver ontroerd kan zijn door het gevoel van vreugde dat hij in zijn leven ervaart, zo kan hij ook geraakt worden door alles wat verdrietig is en mensen pijnlijk treft. Vanuit deze confrontatie met het verkeerde van onze wereld, kan een inwendige woede losbreken. Zo sterk soms, dat de gevestigde orde op papier wordt bevochten.
Zulke schrijvers zijn geëngageerd: ze voelen zich sterk betrokken bij wat er om hen heen in de samenleving gebeurt. Ze leggen hun vingers op de zere plekken van de maatschappij, vanuit het besef dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken.
Maar geschreven teksten zijn er niet om maatschappelijke problemen op te lossen. De schrijver kan ze wel zichtbaar maken. En daaruit kunnen mensen inspiratie putten om zich aan wantoestanden te ontworstelen of om verder door te denken op problematieken die verbonden zijn aan onze cultuur of aan die van anderen. De geëngageerde schrijver wil bij de goede verstaander vooral een kritische houding tot stand brengen. Dat bereikt hij door de ene keer zeer doelgericht zijn commentaar te geven of zijn mening onder de aandacht te brengen, een andere keer door gewoon maar te beschrijven en de conclusies verder aan de lezer over te laten.

Ontleend aan 'De waarheid als bajonet op de griffel. Literatuur en maatschappij', in: Jos Schilleman en Loek Uijtdewilligen, Blauwdruk. Literatuur voor de bovenbouw, Den Bosch: Malmberg, 1982, p. 21-22