Bij deze opdracht kijk je naar de thematiek van de roman: een liefdesgeschiedenis in combinatie met het schrijverschap.

A

1. In 2018 werd de Nobelprijs voor de Literatuur toegekend aan de Poolse schrijfster Olga Tokarczuk. Zij noemt het schrijverschap “beslist een van de eenzaamste banen ter wereld”. Wat zou ze daar precies mee bedoelen?
2. Zou de uitspraak van Tokarczuk op alle schrijvers van toepassing zijn? Licht je antwoord toe.
3. Wat zou schrijfster Bregje Hofstede van die karakterisering van het schrijverschap vinden? En denkt hoofdpersoon Bregje Hofstede er net zo over?

B

1. Lees nogmaals het motto van Roland Barthes dat in Drift voorafgaat aan de Proloog. Wat is de kern of de precieze betekenis van dit motto?
2. Lees bron 1 en bron 2. Is het boek van Barthes waar het motto uit afkomstig is, te vergelijken met het verhaal dat in Drift verteld wordt?
3. Welke overweging kan de schrijfster gehad hebben om dit motto te kiezen? In hoeverre raakt het aan de thematiek?

C

1. De titel van de roman is op zijn minst dubbelzinnig. Leg dat uit.
2. Meestal, maar niet altijd, is een titel een vlag die de lading dekt. In hoeverre is dat volgens jou bij deze roman het geval? Betrek in je antwoord deverschillende betekenissen van het woord ‘drift’. 

D

1. In de Proloog wordt naar verschillende mythen verwezen. Wat is het gemeenschappelijke element in deze mythen?
2. Leg uit op welke manier dit element terugkomt in de roman en raakt aan de centrale thematiek van de roman.

E

1. Lees bron 3, met name het gedeelte over Pygmalion, een van metamorfoseverhalen van Ovidius. Wat zijn de overeenkomsten in thematiek van het klassieke verhaal en Drift? Zie je ook verschillen?
2. Wat is volgens de recensente van bron 3 de thematische kern van de roman? En ben je het daarmee eens of niet? Betrek in je reactie ook je antwoorden op de voorgaande vragen.