En ik herinner me Titus Broederland: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Perspectief

Titel En ik herinner me Titus Broederland
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Perspectief
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus perspectief
Je leert na te denken over het effect van het gekozen perspectief.
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron Bron 1
Bron 2

Misschien ken je het gevoel: je hebt een broer, zus, of een heel goede vriend(in) met wie je veel omgaat. Maar wat er nou precies in die ander omgaat, dat weet je niet, terwijl het toch heel belangrijk voor je is. Hoe zou je dat in een verhaal kunnen vangen? We kijken naar hoe Auke Hulst het doet.
 

A

  1. Lees bron 1 hierboven en noteer van welk perspectief sprake is. Leg je antwoord uit.
  2. Wat betekent dit voor wat er wordt verteld: wat weet je allemaal als lezer? Wat weet je niet?
  3. Klopt het allemaal wat ‘Brae’ vertelt? Hoe weet je dat?
  4. Lees bron 2 en beoordeel je antwoorden bij 2 en 3. Ben je het daar nog mee eens? Waarom wel/niet?


B

  1. Het gekozen perspectief maakt het onmogelijk te weten wat er zich afspeelt in het hoofd van de ander. Bedenk en noteer drie verschillende manieren waarop een schrijver de lezer toch kan laten weten wat er in de ander omgaat.
  2. Welke heeft Hulst toegepast? Hoe doet hij dat precies? Geef voorbeelden uit de tekst.
  3. Wat kan ‘Brae’ hieruit opmaken over wat Titus denkt en waarom hij doet zoals hij doet?


C

  1. Kies een gedeelte uit (een halve of hele pagina, bijvoorbeeld p. 177) waarin Titus en ‘Brae’ samen voorkomen. Herschrijf dit stukje zo nauwkeurig mogelijk, maar nu in auctoriaal perspectief.
  2. Geef je oordeel over de beide versies: geef de sterke en minder sterke effecten aan van beide versies.
  3. Maakt het gekozen perspectief naar jouw mening uit voor de betekenis van het verhaal? Maak gebruik van je ervaring bij opdracht C1. Leg je antwoord goed uit, in ongeveer 100 woorden.