De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Context

Je staat er misschien niet vaak bij stil: wie wij zijn, hoe wij denken en hoe wij doen, heeft voor een deel te maken met de kenmerken, mogelijkheden en onmogelijkheden van onze eigen tijd. Om te beseffen hoe dat bij jou zit, voer je opdracht 1 uit.

Vraag 1 [indiviudeel]

Vul schema A in. Neem de Nederlandse situatie van dit moment als uitgangspunt.

Vraag 2 [samen]

Leg jullie individuele resultaten naast elkaar en bespreek de overeenkomsten en verschillen.

Vraag 3 [samen]

Stel een schema A op waarin jullie consensus is opgenomen.

Vraag 4 [taken verdelen]

Vul nu schema B in, nu voor de periode 1910-1920; verdeel de taken vanwege het zoekwerk. Maak gebruik van de gegeven bronnen en het onderdeel Literatuurgeschiedenis en zoek desgewenst nog verder naar andere. Gebruik gegevens uit de drie verhalen ter ondersteuning van jullie bevindingen.

Vraag 5 [samen]

Bespreek jullie resultaten en vul een definitief schema B in.

Vraag 6 [individueel]

Schrijf nu een artikel van 300-500 woorden over de historische context van 'De uitvreter', 'Titaantjes' en 'Dichtertje'. Lees eerst bron 6 zorgvuldig. Geef dan aan in welke mate Nescio zijn eigen tijd scherp getypeerd heeft dan wel deze kenmerken heeft gebruikt als sfeerbepalend element. Welk commentaar geeft hij op zijn eigen tijd? Misschien geeft hij - onbedoeld en indirect - zelfs commentaar op onze tijd. Motiveer met materiaal uit opdracht 4 en 5.

Schema A

kenmerken van geografie, infrastructuur, mobiliteit en communicatie
politieke kenmerken
politieke kenmerken
welstand burgers

Schema B

kenmerken van geografie, infrastructuur, mobiliteit en communicatie
politieke kenmerken
politieke kenmerken
welstand burgers

Literatuurgeschiedenis

Al met de beginzin van 'De uitvreter' verwijst Nescio op een ironische manier naar Frederik van Eeden, door wie hij afgewezen was voor deelname aan diens sociaal experiment Walden. In hoofdstuk V van 'Titaantjes' verwijst hij in een zeer ironisch beeld nogmaals naar Van Eeden, die hier met name wordt genoemd. Nescio verwerkt nergens dat hij zelf met een aantal vrienden ook een soortgelijk experiment heeft geprobeerd, dat net als Walden is mislukt. Nescio was dus wel degelijk sterk betrokken bij de maatschappelijke situatie in zijn tijd, al toont hij zich via de hoofdpersonages in zijn verhalen een mild-ironische beschouwer. Maar bij al zijn afstandelijkheid en filosofie geeft hij een scherp beeld van de fysieke situatie van Nederland, de maatschappelijke verhoudingen, de toestand van arbeiders, burgers en de onderlinge verhoudingen tussen bevolkingsgroepen. Hierin onderscheidt hij zich van de andere neo-romantische auteurs aan het begin van de twintigste eeuw, die opvielen door op een vage, onbepaalde manier gebruik te maken van tijdskenmerken en situationele kenmerken. Zij gebruikten deze vooral als sfeerbepalers.