De verlatene: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Personages

Titel De verlatene
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 4 | Personages
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Personages
Je leert reflecteren op de typering en de rol van enkele personages.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Bron 1

A

1. Aan het begin van De verlatene is het gezin van Samuel en Eva Lehren nog compleet. Maar al snel wordt duidelijk dat de vier kinderen onderling behoorlijk verschillen – verschillen die in de loop van het verhaal dramatische vormen aannemen.
Vul onderstaand schema in naar de situatie zoals die in het eerste deel van de roman is, dus zolang alle kinderen nog thuis zijn.

 

Karakter/persoonlijkheid Visie op het eigen jood-zijn Houding tegenover het joodse geloof
Jozef Doet met alles mee, volgens de regels. Niet uit overtuiging, maar om gedoe te vermijden.
Esther Is ijdel, wil heel graag rijk en beroemd zijn. Vindt uiterlijk en hoe je overkomt het allerbelangrijkst.
Daan
Roosje

 

2. Daan/Daniël is van de vier kinderen degene die psychologisch het meest uitgewerkt wordt in het vervolg. Hij is ook de intelligentste én het meest principieel.
In het schema heb jij genoteerd hoe hij als kind naar de geloofspraktijk keek die hij om zich heen waarnam. In hoofdstuk 23 zet Daniël zijn volwassen analyse uiteen tegenover niet-joodse studenten. Geef kernachtig weer wat zijn visie in dit hoofdstuk is.
3. Is Daniël het personage dat volgens jou het meest respect afdwingt of heb je onder de vier kinderen een andere favoriet? Licht je keus toe.
4. Is de manier waarop Daniël afstand neemt van de lijn van zijn vader respectvol? In de ogen van zijn vader in elk geval niet. Wat vind jij hiervan, en meer in het algemeen: in hoeverre mag een kind zijn eigen pad kiezen, los van zijn ouders of zelfs dwars tegen hen in? Hoe doe je dat goed als kind? Beschrijf jouw persoonlijke ideeën hierover.   


B

Lees bron 1: een bespreking van De verlatene door A. Aletrino, een Joods schrijver, tijdgenoot van Carry van Bruggen (en bevriend met haar broer). In zijn beschrijving van het verhaal loopt Aletrino alle vier de kinderen langs (p. 150-155). Vervolgens levert hij kritisch commentaar: p. 155-161.

  1. Geef de opmerkingen van Aletrino per kind beknopt weer: waar is hij positief over, waar kritisch?
  2. Geef nu per kind aan in hoeverre jij het eens of oneens bent met de opmerkingen van Aletrino.
  3. Aletrino weidt met name uit over Daniël: p. 157-160. Hij is behoorlijk hard in zijn oordeel over de tekening van dit personage. Sommige van zijn opmerkingen zouden wij nu victim blaming noemen. Is er verschil met jouw benadering van Daniël bij A: welk verschil, en hoe verklaar jij dat?