De verlatene: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Receptie

Titel De verlatene
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 5 | Receptie
Studielast 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus Receptie
Je leert reflecteren op verschillen in receptie door de tijd heen.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Bron 1

De roman 1984 van George Orwell verscheen in 1949. Prince schreef het nummer 1999 in 1982.
In beide gevallen wordt in de tekst vooruitgeblikt naar situaties in de toekomst, en dat veroorzaakt een bepaalde spanning: zouden de voorspellende woorden in 1984/1999 in vervulling gaan?

A

  1. En dan wordt het 1984, en 1999. Probeer eens uit te leggen wat het verschil is in de beleving van de tekst tussen de eerste lezers/luisteraars (uit 1949 en 1982) en die uit het jaar 1984/1999.
  2. Nu wij de genoemde jaren alweer ver voorbij zijn: lezen/horen wij die teksten nu weer heel anders, nu de toekomst uit de tekst is veranderd in verleden tijd? Leg uit.  


B

Als je je bij een boek bezighoudt met de ontvangende kant – dus die van het publiek, de lezers – hebben we het over de receptie. Dat is een heel interessant terrein: elke lezer neemt zichzelf mee als hij een boek tot zich neemt. Zijn eigen achtergrond, gender, levensfase, problemen, verwachtingen hebben allemaal invloed op hoe het boek bij hem binnenkomt. Zo kan één boek bij elke lezer weer iets anders teweegbrengen.

  1. Lees bron 1. Leg daarna in eigen woorden uit welke rol de lezer volgens Jauss krijgt toebedeeld.
  2. Neem iemand in gedachten die op minstens drie belangrijke punten (leeftijd, gender, culturele achtergrond, levensovertuiging enz.) heel anders is dan jij. En stel je dan voor dat jullie net allebei De verlatene gelezen hebben. Wat zou dat uitmaken voor hoe jullie beiden op het boek reageren? Concentreer je in je antwoord vooral op jouw kant van de zaak.   


C

We gaan het experimentje van vraag B2 nog een stap verder brengen.

  1. Iedereen die na 1945 geboren is, is van na de Holocaust. Afgezien misschien van een stel Holocaustontkenners zal niemand meer iets over Joden kunnen horen of lezen zonder daarbij ook aan het gruwelijke lot van de Joden in WOII te denken. Klopt dat ook voor jou: heb jij De verlatene met dit naoorlogse perspectief gelezen? Of kunnen wij van na de oorlog dat ook ‘uitzetten’? Leg duidelijk uit hoe jij hierover denkt.
  2. Toen Carry van Bruggen De verlatene schreef, lag de Tweede Wereldoorlog nog in de toekomst verborgen. De ‘verwachtingshorizon’ van de eerste lezers zal bij deze ‘roman uit het Joodsche leven’ op dat punt dus per definitie anders zijn geweest dan die van jou en andere moderne lezers. Leg zo concreet mogelijk uit waarin de eerste lezers van De verlatene van jou verschillen bij het lezen over het Joodse gezin. (Bedenk daarbij dat de schrijfster natuurlijk niet voor naoorlogse lezers schreef maar voor haar tijdgenoten!)
  3. Waren de eerste lezers van De verlatene en 1984 en de eerste luisteraars van 1999 volgens jou eigenlijk in het voordeel ten opzichte van jou en andere moderne lezers/luisteraars? Leg uit.