La Superba: Opdracht

Opdracht niveau 6 | Waarheid en fictie

De Libris Literatuur Prijs 2016 ging naar Connie Palmen, voor haar roman Jij zegt het (2015). Trouw-columnist Wim Boevink schreef naar aanleiding daarvan een 'klein verslag', onder de kop 'Wij weten het niet'.

Titel La Superba
Niveau boek niveau 6
Opdracht niveau 6
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus waarheid en fictie
Je leert reflecteren op vragen over literatuur en waarheid
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron Arjen Fortuin, 'Dwars door de spiegel heen gesprongen'
Downloads La Superba_opdrN6/2 (120 kb)

A

Lees de tekst van Boevink (te vinden onder Downloads).

1. 'Wij weten het niet', de titel van Boevinks 'klein verslag', verwijst naar de kern van Palmens betoog. Geef in maximaal 150 woorden weer wat Palmen hier zegt over literatuur en waarheid.

2. Boevink is duidelijk onder de indruk van Palmens uitspraken, én van Perquins antwoord daarop. Schrijf een korte reactie op de slotalinea van Boevinks tekst, en maak daarbij duidelijk hoe jij zelf tegenover deze 'verheffing van het niet weten' staat.


B

In een van de citaten op de achterflap van La Superba wordt Pfeijffers roman getypeerd als 'een ode aan de verbeelding' – een uitdrukking die Palmen ook al gebruikte. Het citaat is ontleend aan de recensie die Arjen Fortuin over La Superba schreef. Lees de hele recensie (bron 1).

1. Fortuin stelt de vraag aan de orde hoe La Superba gelezen moet worden: is het boek eigenlijk wel 'een ode aan de verbeelding'? Geef Fortuins standpunt weer en reageer erop; doe dat in maximaal 250 woorden.

2. Zitten Fortuin en Palmen op dezelfde lijn in hun waardering van verbeelding? Leg uit.


C

Jij bent zelf als lezer van La Superba het hele boek door onderworpen aan de manipulaties van de schrijver, of je dat nu leuk vond of niet. Want hoe leuk is het om een boek te lezen waarin schaamteloos gesproken wordt over het 'verzinnen van de waarheid' (bijvoorbeeld p. 213-218)?
Nu is het tijd om zelf te reageren op dat spel van verbeelding waaraan jij als lezer hebt moeten meedoen. Schrijf een beschouwing van 400-500 woorden, waarin je jouw gedachten over en ervaringen met de 'werkelijkheid' van La Superba ontvouwt. Wees daarbij concreet: verwijs naar passages en situaties in het boek die hiervoor bruikbaar zijn; een pakkend citaat doet het altijd goed. Het is natuurlijk prima als je in je beschouwing ook voortborduurt op de teksten die je bij A en B hebt gelezen.