Sprakeloos: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Thematiek

Titel Sprakeloos
Niveau boek niveau 5
Opdracht niveau 5 | Thematiek
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus thematiek
Je leert reflecteren op een belangrijk probleem in de roman en het verbinden met het maatschappelijk debat.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 1 nos.nl | overzicht van de discussie over een waardig levenseinde

A

Vraag 1

De verfilming van Sprakeloos draagt als ondertitel 'Ode aan mijn moeder'. 

      a. Zoek een goede definitie van 'ode' en noteer die.
      b. Is het boek Sprakeloos in jouw ogen een ode van de schrijver aan zijn moeder? Leg uit.


Vraag 2

In een interview met Het Nieuwsblad (1 oktober 2009) zegt Lanoye: 'Natuurlijk heb ik me afgevraagd of ik dit boek wel kon schrijven. Ik gooi de aftakeling van mijn moeder te grabbel, die welbespraakte slagersvrouw en tegelijk bevlogen amateuractrice die door een beroerte werd geraakt in wat haar het meest dierbaar was: haar spraak. Je gaat niet zomaar even zitten om te vertellen over de vol gescheten luier van je moeder. Ik heb daar mee geworsteld en ik wou dat mijn schroom ook van dit boek af zou druipen. Dat de lezer zich mee ongemakkelijk voelt, niet alleen omdat we naar de pijnlijke neergang van mijn moeder kijken maar ook omdat mijn waarschuwing luid weerklinkt. Komaan, je moet al een hersenloze hond zijn om niet aan je eigen vergankelijkheid te denken als je dit leest. Dit boek roept vragen op over het waarom van leven en lijden, waarbij ik dat laatste compleet zinloos acht.' 

      a. Hoe vind jij dat Lanoye is omgegaan met het verhaal van zijn moeder? Is hij steeds respectvol gebleven?
      b. Heeft het boek jou aan het denken gezet over onze vergankelijkheid? Leg uit hoe (want niemand wil natuurlijk een hersenloze hond zijn).


Vraag 3

Herlees het slot van het tweede deel: p. 341-343. 

      a. Leg uit hoe de ik-figuur zijn eigen houding tegenover zijn aftakelende moeder beoordeelt.
      b. Hoe interpreteer jij de laatste zinnen van dit deel: 'Misschien kan liefde maar één ding echt. Uit liefde doden.'?


B

Vraag 1

Al eerder in de roman wordt gezinspeeld op een onwaardig levenseinde. Zo zegt de moeder in betere tijden, sprekend over een dementerende zus: 'Als ik ooit zo word, dan moet ge me ogenblikkelijk neerschieten. Medelijden is het niet, zo iemand in leven laten. Het is lafbekkerij.' (p. 83). En ze herhaalt dit nadrukkelijk op p. 161. (Herlees heel p. 157-162, een centraal hoofdstuk in dit boek!)

      a. Hebben deze uitspraken van de moeder invloed gehad op de manier waarop de ik-figuur met haar is omgegaan na haar beroerte? Hoe? 
      b. Herlees de laatste bladzijden van het boek: p. 357-360. Is de ik-figuur uiteindelijk een goede of een slechte zoon geweest? Leg uit.


Vraag 2

In onze samenleving wordt veel gediscussieerd over wat een waardig levenseinde is, en in hoeverre mensen daarbij helemaal of gedeeltelijk hun eigen keuzes mogen maken.

      a. Bekijk het overzicht van die discussie op nos.nl (bron 1). Citeer de uitspraak of uitspraken in dat overzicht die het beste jouw standpunt weerspiegelt/en. 
      b. Welke bijdrage levert Sprakeloos aan deze discussie? Probeer in een of twee zinnen te verwoorden wat dit boek zegt over een waardig levenseinde.