A [maak je voordat je het boek gaat lezen]

Vraag 1

In Lof der Zotheid gaat het over de tegenstelling tussen dwaas en wijs. Om je gedachten te bepalen krijg je hieronder een reeks termen voorgelegd die je in drie kolommen moet onderbrengen. Denk niet te lang na bij het invullen. 

010
aan de lijn doen
Ajax
alfabetische volgorde
algemene ontwikkeling
altijd eerlijk zijn
Amerika
baby
belgenmoppen
bergbeklimmen
bier
bikini
bitcoin
brugklassers
cabaret
chatten
chauvinisme
chillen
cosmetische chirurgie
de Eiffeltoren fotograferen
de klassieke tragediede
krant
de waarheid
democratie
een 6-
een leugentje om bestwil
eerst denken dan doen
enquêtes
Erasmus
Facebook
fantasie
fictie
filosofie
foutloos spellen
gadgets
games
gelijk hebben
gelijk krijgen
geloof in God
gezond leven
gokken
gras maaien
grote schoonmaak
haastige spoed
halvanaise
hart op de tong
hobby's
hoofdrekenen
horoscoop
houthuisdieren houden
iemand die dwaas is
iemand die wijs is
Instagram
je best doen
jeugdfoto's
jong zijn
kampioenschap
kleingeld
koningschap
koppigheid
kringloop
kunst
lachen
lekker eten
leraar worden
levensgenieter
lezen
lijstjes
mannequin
mode
moeder
muziek
nadenken
nationalisme
niet roken
nieuwsgierigheid
nordic walking
Olympische Spelen
overspel
paardenmeisjes
paraplu
party
partytent
pessimisme
piekeren
pizza
plastic
poëzie
politiek
praten
privacy
puberteit
puzzelen
regenbroek
respect
roddelen
roken
rookverbod
ruzie
sauna
schaamte
school
schulden
schuldgevoel
seks
shorttrack
snelheid
sparen
sport
sterrenkunde
stoffen en dweilen
systeem
taart
tradities
trouw tot de dood ons scheidt
uitgaan
vader
veel geld verdienen
vegetariër
verliefdheid
vertrouwen in de mens
vertrouwens
persoon
verzamelen
voetbal
volkslied
volwassenen
vuur
winter
yolo
zeggen wat je denkt
zelfvertrouwen
zomer
zonnebank
zwijgen

Vraag 1

Op grond waarvan heb je deze termen zo ingedeeld? Oftewel: kun je je criteria expliciteren? Welke overeenkomsten zie jij tussen de dingen die jij als wijs (of dwaas) bestempelt - behalve dan dat jij ze wijs (of dwaas) vindt?


Vraag 2

Denk je dat jij over vijf of tien jaar deze termen precies zo zou indelen? Waarom wel/niet?


B [maak je nadat je het boek gelezen hebt]

Vraag 1

Je weet nu hoe Vrouwe Dwaasheid denkt over wijsheid en dwaasheid. Noem minstens twee dingen uit het boek waarmee zij jou verrast heeft: dat iets wat jij als wijs beschouwt, door haar dwaas werd genoemd, en omgekeerd. Licht je antwoord toe.


Vraag 2

Is het oordeel van Vrouwe Dwaasheid eigenlijk wel serieus te nemen? Meent zij wat ze zegt, of bedoelt ze juist het tegenovergestelde? Of is het de ene keer zus en de andere keer zo? Is Vrouwe Dwaasheid met andere woorden een betrouwbare of een onbetrouwbare verteller? Licht je antwoorden toe en geef voorbeelden. Geef ook aan welk effect dit op jou als lezer heeft gehad.


Vraag 3

      a. Erasmus heeft bij dit boek voor de vorm van een satire (of paradoxale lofrede) gekozen. Volgens sommigen deed hij dat om bij al die kritische uitspraken in het boek zelf buiten schot te kunnen blijven. Kunnen we uit dit boek opmaken welke mening Erasmus zelf had? Zijn de uitspraken van Vrouwe Dwaasheid volgens jou de mening van Erasmus? Licht je antwoorden toe.
      b. Herlees Erasmus' brief aan Thomas More die aan het boek voorafgaat. Zou Erasmus het met jouw antwoorden bij 3a eens zijn? Motiveer je antwoord.


Vraag 4

Vind jij het, na het werken aan deze opdracht, makkelijker of moeilijker geworden om uit te maken of iets wijs dan wel dwaas is? Licht je antwoord toe.