Het aanbidden van Louis Claus: Opdracht

Opdracht niveau 2 | Drama

Titel Het aanbidden van Louis Claus
Niveau boek niveau 3
Opdracht niveau 2 | Drama
Studielast 1 à 2 uur
Werkvorm Individueel
Focus Vertelstijl
Je leert over het effect van versterkend of juist verzachtend uitdrukken.
Gemaakt door Merel Heuberger

A

  1. Ken je mensen die op een dramatische manier vertellen? Denk aan je eigen klas of vriendengroep, familie, bekende mensen of misschien wel aan jezelf. Je hoeft geen namen te noemen, maar leg wel uit wat er dramatisch is aan de vertelstijl van de persoon in kwestie.
  2. Ken je ook mensen die juist heel luchtig en nuchter blijven over dingen die jij dramatisch vindt? Geef op dezelfde manier uitleg als je bij vraag 1 gedaan hebt.
  3. Wat vind je ervan als dingen aangedikt worden (hyperbool) of juist afgezwakt (understatement)?


B

Lachend knijpt Isadee in mijn arm. "Laat het maar aan jou over om het als drama te formuleren." (hoofdstuk 2)

  1. Wat formuleert Carla hier 'als drama'? Is dat volgens jou ook daadwerkelijk een drama?
  2. Welke personages uit Het aanbidden van Louis Claus zijn volgens jou bedreven in dramatisch formuleren? Geef bij ieder personage een 'dramatisch' citaat uit het boek.
  3. Welke andere gebeurtenissen/gegevens uit het boek zijn in jouw ogen dramatisch? Noem er drie.
  4. Zijn er ook heftige dingen waarover juist luchtig verteld wordt? Zijn dit zaken die je bij vraag 3 noemde, of (deels) andere gebeurtenissen? Ondersteun je antwoord met een of meer citaten. 


C

Formuleer mogelijke verklaringen voor je antwoorden op B2 en B4. Geef met tussenkopjes aan of het om een luchtige of een dramatische toon (formulering) gaat. Benoem ook steeds welk personage er aan het woord is. Gebruik voor je antwoord ongeveer 250 woorden.