Bezonken rood: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Schrijven over schrijverschap

Bezonken rood zal vast niet het eerste boek zijn dat jij leest. Als je hieraan begint, zul je enige ervaring met literatuur hebben. Misschien heb je ook al een favoriete auteur, een favoriet boek of een favoriet soort boek. Als dat zo is, probeer dat eens op te schrijven en probeer ook te beschrijven waarom dat zo is. Je noemt dit stukje 'Preambule'; het telt niet meer dan 100 woorden en het gaat vooraf aan het artikel dat je gaat schrijven (zie 2). Vind je dit niet zo gemakkelijk te bepalen, schrijf dan toch dit stukje om er achter te komen welk boek je het meest gedaan heeft en waarom.

Lees dan het gedeelte onder Literatuurgeschiedenis.

Titel Bezonken rood
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Schrijven over schrijverschap
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel
Focus schrijven over schrijverschap
Je leert hoe een auteur behalve over inhoudelijke zaken het ook kan hebben over schrijven en schrijverschap
Gemaakt door Gosse Koolstra
Bron 1 Bzzlletin 98: Jeroen Brouwersspecial. Den Haag, Uitgeverij BZZTôH, september 1982
Bron 2 Jos Paardekooper, Jeroen Brouwers, Analyse en samenvatting van literaire werken, Walvaboek / Van Walraven (Memoreeks), 1986 (tweede, herziene druk)

Vraag 1


Inventariseer alle elementen in Bezonken rood die te maken hebben met (leren) lezen, voorlezen, schrijven, literatuur, boeken, schrijverschap. Genoemde boeken hoeven niet per se literatuur te zijn; het mag ook non-fictie zijn.   


Vraag 2


Stel een lijst op van wat je bij vraag 1 hebt gevonden. Denk na over verbanden tussen Jeroens (leren) lezen, zijn schrijven, wat anderen hebben geschreven en welke invloed dat heeft (gehad) op Jeroen.   


Vraag 3


Schrijf nu een artikel van 500 tot 700 woorden, waarin je de betekenis van (kunnen/leren) lezen, schrijven, voorlezen, vastleggen/boekstaven beschrijft aan de hand van inventarisatie van elementen bij vraag 1. Betrek in je beschouwing de belangrijkste personages van het verhaal, inclusief Sone Kenitji.  
 

Literatuurgeschiedenis

Veel schrijvers zijn, als kind of later, ook sterk beïnvloed door een auteur of door een boek. Harry Mulisch, die nooit veel boeken van anderen las, heeft meermalen verklaard dat het lezen van Leonard Roggeveens De avonturen van Bram Vingerling bepalend is geweest voor zijn vorming en zijn latere schrijverschap. Willem Frederik Hermans was zó in de ban van wiskundige-filosoof Ludwig Wittgenstein dat hij aan De donkere kamer van Damokles later een motto heeft toegevoegd ontleend aan diens theorieën. En Jeroen Brouwers? 'Dat ik schrijf, komt door Mulisch. Dat ik sommige dingen schrijf zoals ik ze schrijf, komt ook door Mulisch. Natuurlijk heb ik hem geïmiteerd (…), en ook heb ik van hem gejat. Ik heb veel van hem geleerd.' Aan Mulisch ontleent Brouwers het begrip 'octaviteit'. Daarbij verwijst hij - verborgen maar onmiskenbaar - zelfs rechtstreeks naar Mulisch en diens boek De compositie van de wereld: '"hetzelfde" en tegelijkertijd "niet-hetzelfde", zo is de wereld gecomponeerd.' (blz. 124).

Maar ook Reve heeft Brouwers beïnvloed. 'Het is door mij gezien' (Bezonken rood, blz. 49) is een regelrechte verwijzing naar het slot van Reves De avonden. En welk kinderboek speelt een cruciale rol in Bezonken rood? Dat is Leonard Roggeveens Daantje gaat op reis!