Bezonken rood: Opdracht
Opdracht niveau 5 | Tekstinterne verbanden
Ken je het verschijnsel dat ze 'déjà vu' noemen? Plotseling overvalt je het gevoel dat je iets gewaarwordt wat je al eerder hebt meegemaakt of gedacht, maar je kunt die herinnering net niet te pakken krijgen. Het vreemde is ook dat je weet dat het niet hetzelfde was en toch voelt het als hetzelfde.
Titel | Bezonken rood |
---|---|
Niveau boek | niveau 4 |
Opdracht | niveau 5 | Tekstinterne verbanden |
Studielast | 3 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | tekstinterne verbanden |
Je leert | hoe een auteur (een deel van) zijn poëtica vormgeeft en welk effect dat heeft op de interne verbanden in zijn werk |
Gemaakt door | Gosse Koolstra |
Bron | projects.science.uu.nl | F.A. Muller, 'De denkbewegingen van Harry Mulisch' |
Vraag 1
Als je deze ervaring kent, beschrijf er dan een concreet eigen voorbeeld van. Ken je haar niet, zoek er dan informatie over op.
Vraag 2
Lees vervolgens bron 1, p. 1 t/m 5. Laat je niet afschrikken door de moeilijke gedachtegang. Het gaat om het begrip 'octaviteit', dat Jeroen Brouwers ontleend heeft aan Harry Mulisch. Verzamel alle plaatsen in Bezonken rood waarin sprake is van 'octaaf', 'octaviteit', 'hetzelfde en tegelijk niet-hetzelfde', kortom: alle passages waarin sprake is van de paradox (schijnbare tegenstelling) van tegelijk hetzelfde en niet-hetzelfde, te beginnen met het tweede motto (Dodenlied, Zuid-Celebes). Hanteer de exacte betekenis van paradox.
Vraag 3
Betrek deze paradox op de volgende gegevens:
Punt A
Sone als vijand en als voorbeeld
Punt B
De schuld en onschuld van de hoofdpersoon
Punt C
De liefde/haat van de hoofdpersoon voor/jegens zijn moeder
Punt D
Leven/dood van de moeder
Punt E
Het Jappenkamp en het internaat
Vraag 4
Schrijf een uiteenzetting van circa 500 woorden waarin je het begrip 'octaviteit' aan de orde stelt en de bij opdracht 2 genoemde gegevens betekenisvol verwerkt. Het gaat erom dat je 'octaviteit' laat zien als middel om interne tekstverbanden te leggen.
(Literaire)theorie
'Poëtica', in: Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur, Groningen, Uitgeverij kleine Uil, p. 18-21