Franklin: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Relaties

Titel Franklin
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Relaties
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus familierelaties
Je leert nadenken over de relaties tussen familieleden.
Gemaakt door Jan Erik Grezel

In Franklin speelt de ontwrichting van familierelaties een grote rol. Je gaat je in deze opdracht bezighouden met de vraag hoe en waardoor die ontwrichting plaatsvindt.

A

N.B. De vragen onder A gaan over jouw eigen familieachtergrond; je hoeft de antwoorden niet op te schrijven; het gaat erom dat je nadenkt over de vragen.

1 Hecht jij sterk aan een goede verstandhouding binnen het gezin of de familie waarin je opgroeit? Gaan jullie veel met elkaar om of ben je iemand die graag z’n eigen weg gaat?
2 Ben je wel eens jaloers op leeftijdgenoten vanwege de ‘fijne familie’ waar zij uit (schijnen te) komen? Wat is er dat jou jaloers maakt?
3 Sommige mensen zeggen: ‘Mijn broer / zus is mijn beste vriend /vriendin’. Herken je dat? Of vind je dat vreemd?
4 Is er in de generatie van je ouders veel contact tussen familieleden? Denk aan bezoekjes van oma’s, opa’s, ooms en tantes, verjaardagsfeestjes, hoogtijdagen etc.


B

In meer dan één opzicht is het gezin waarin Franklin opgroeit, geen fijne plek voor een kind. Zijn vader is min of meer onzichtbaar, zijn moeder heeft weinig oog voor Franklin. Zij ranselt hem zelfs een keer zo af dat hij in het ziekenhuis belandt.

1 Een slechte familierelatie komt al voor de geboorte van Franklin voor in het boek. Om welke relatie gaat het en wie zijn daarbij betrokken? Wat voor gevoel krijg je als lezer over die familie?
2 Hieronder staat een schema waarin je de betrekkingen tussen de verschillende familieleden kunt karakteriseren; je moet rechts nog drie kolommen aanvullen: Charles, Isabelle en Niel. Niel is weliswaar geen familielid, maar hij wordt wel door de familie opgenomen.
a Maak met een paar woorden duidelijk hoe de betrekkingen zijn.
b Welke mensen hebben een asymmetrische verhouding?
c Er zijn vakjes die je nauwelijks kunt invullen omdat het verhaal vrijwel niets over die relatie zegt. Geef een of twee voorbeelden van zulke relaties.

Franklin Christine Bernard
Franklin XXXX
Christine XXXX
Bernard XXXX
Charles
Isabelle
Niel


C

1 Naast familierelaties zijn er andere, zoals die tussen Franklin en Angela en tussen Franklin en Michelle. Verschillen die wezenlijk van de familierelaties?
2 In hoeverre hebben de slechte familierelaties de loop der gebeurtenissen bepaald?
3 Zijn er ook relaties die zich duidelijk ontwikkelen, ten goede of ten kwade?
4 Welke conclusie kunnen je trekken over het belang van de verstandhoudingen binnen de familie van Franklin nu je je in die relaties verdiept?