Franklin: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Stijl

Titel Franklin
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Stijl
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus literaire stijl
Je leert literaire stijl onderkennen, beoordelen en waarderen.
Gemaakt door Jan Erik Grezel
Bron Joke van Balen e.a., Basisboek literatuur. Groningen, Uitgeverij kleine Uil, 2009, blz. 127-129.

Stijl is een aspect van literatuur dat het lezen vaak tot een bijzondere ervaring maakt. Voor sommige lezers is de stijl zelfs het allerbelangrijkste element van een boek. Het gaat voor deze liefhebbers in eerste instantie niet om wát iemand schrijft, maar hoe de auteur daar vorm aan geeft. Toch is ook van belang om na te gaan in hoeverre de stijl in dienst staat van het verhaal.


A

1 Noteer een vijftal boeken die je hebt gelezen.
2 Typeer de stijl van deze boeken, zo mogelijk in rubrieken (zie Bron 1). Het gaat daarbij om de opvallende kenmerken van het taalgebruik. Denk daarbij aan:

  • woordkeuze (eenvoudig, archaïsch, alledaags, populair, platvloers, nieuw, Engels?)
  • lengte van zinnen
  • zinsstructuren (eenvoudig, complex, veel bijzinnen)
  • versierende elementen, met name bijvoeglijke naamwoorden
  • gebruik van beeldspraak
  • type beeldspraak (bijv. vergelijkingen, metaforen, metoniemen)
  • beschrijvingen (beperkt, uitvoerig, traag, filmisch, theatraal)
  • weergave van gesprekken (directe, indirecte of Erlebte rede)
  • weergave van gedachten van personages (beperkt, uitvoerig)
  • ironie, sarcasme en/of cynisme
  • herhalingen

3 Waar houd jij het meest van als het om stijl gaat? Gebruik in je antwoord de rubrieken die je bij 2 hebt onderscheiden.
4 Zijn er schrijvers die jij vooral waardeert vanwege de stijl en niet zo zeer vanwege de inhoud van hun boeken? Zo ja, wie zijn dat? Leg uit wat je in hun stijl waardeert.


B

De roman Franklin valt niet alleen op door het verhaal, maar ook door de bijzondere stijl, vooral in het tweede deel van het boek. Wat is er nu zo ongewoon aan die stijl?

1 Herlees vijf passages uit het boek; de paginanummers verwijzen naar de derde druk, 2002:

a blz. 5: De toren bij … – blz. 7: … vastgesnoerd, een baby.
b blz. 93: In tegenstelling tot … – blz. 93 … van de opulentie.
c blz. 200: Franklin kreeg tien … – blz. 205: … met de koffie.
d blz. 294: Als hij dat … - blz. 294: … het herinnerde heldendom.
e blz. 327: Franklin keek geamuseerd … - blz. 329: … van de stoel.

Noteer uit elk fragment stilistische eigenaardigheden. Denk aan opvallende zinswendingen, woordgebruik, bijzondere beeldspraak en andere kenmerken die je onder A2 genoemd hebt.
2 Wat is de functie van de stijl in deze passages?


C

Schrijf een tekst van ca. 400 woorden, waarin je de stijl in de roman Franklin bespreekt. Je kunt kritiek hebben op die stijl en voorbeelden geven van fragmenten die naar jouw idee anders moeten. Je kunt ook heel lovend zijn. Geef daarbij minstens vier voorbeelden van passages die je heel fraai of juist minder fraai geschreven vindt.