In de bovenkooi: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Personages

Titel In de bovenkooi
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Personages
Studielast 2 uur
Werkvorm individueel
Focus personages
Je leert reflecteren op het karakteriseren van een personage
Gemaakt door Monique Metzemaekers

A


Vraag 1


Het is heel moeilijk om 'niets' te denken, je hoofd helemaal leeg te maken. Eigenlijk denk je altijd, komen er vanzelf steeds nieuwe gedachten en gevoelens in je op. 

Schrijf voor jezelf gedurende de komende twee minuten op wat in je opkomt. Probeer alleen te registreren en niet na te denken over wat je opschrijft. 


B



In het hoofd van de ik-persoon in de verhalen van In de bovenkooi gebeurt veel. Je gaat dat eens precies bekijken.


Vraag 1


Herlees het verhaal 'Moeilijkheden'.


Vraag 2


Maak een samenvatting van het verhaal. 


Vraag 3


Is dat moeilijk/makkelijk? Hoe komt dat?


Vraag 4


Maak een grafische voorstelling van het verhaalverloop. Je hebt hiervoor een vel tekenpapier, formaat A4 of A3, nodig. Teken het hoofd van de ik-persoon en geef in denkwolken zijn gedachtegang weer. Bij elke nieuwe associatie teken je een nieuwe denkwolk. Geef ook het verband tussen de denkwolken aan.


Vraag 5


Vergelijk de samenvatting met de grafische voorstelling. Kies één van de volgende mogelijkheden:


Mogelijkheid A


De samenvatting en de grafische voorstelling vullen elkaar aan, want ....


Mogelijkheid B


De samenvatting geeft de meeste informatie, want ....


Mogelijkheid C


De grafische voorstelling geeft de meeste informatie, want ....


C


Vraag 1


Lees nog eens wat je bij A hebt opgeschreven. Vergelijk dat met de uitweiding in het verhaal 'Moeilijkheden' en beschrijf het verschil. Misschien zie je ook een overeenkomst. Zo ja, welke?