In de bovenkooi: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Motto en opdracht

Deze opdracht kun je ook goed in een tweetal maken. Vooral bij het indelen van de verhalen is het prettig als je kunt overleggen. Het is niet de bedoeling dat je de vragen verdeelt.

In de bovenkooi heeft een opdracht en een motto. Je gaat het verband van opdracht en motto met de betekenis van de verhalenbundel onderzoeken.

Titel In de bovenkooi
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 4 | Motto en opdracht
Studielast 3 uur
Werkvorm individueel of tweetal
Focus motto en opdracht
Je leert reflecteren op de betekenis van opdracht en motto
Gemaakt door Monique Metzemaekers
Bron 1 Wikipedia | 'Marinus van der Lubbe'
Bron 2 dbnl.org | Anton Korteweg en Ad Zuiderent, 'In gesprek met J.M.A. Biesheuvel', in: Maatstaf, jaargang 24 (1976)

A


Vraag 1


In de bovenkooi is opgedragen aan Marinus van der Lubbe. Bestudeer bron 1. Schrijf een portret van Marinus van der Lubbe. (100 woorden)


Vraag 2



Het motto komt uit deel XII van de grote Blaeu-atlas en luidt als volgt: 'Ils virent dans ce lieu des Goilans (c'eft un espèfe d'oifeaux marins) prefque auffi gros que les cygnes de ce pays, qui n'avoient pas peur des hommes, comme n'eftans pas accouftumés d'en voir; mais venoient librement dans les navires, & se laffoient prendre et tuer des matelots.'

In het interview in bron 2 komt het motto ter sprake. Bestudeer de bron en vat samen wat daarin over het motto en de relatie met In de bovenkooi gezegd wordt.


Vraag 3


Welk verband leg je nu tussen opdracht en motto?


B


In de bovenkooi bevat 28 verschillende verhalen. Je gaat onderzoeken of het motto betrekking heeft op alle verhalen.


Vraag 1


'Tags' zijn een soort onderwerpen of thema's die voorkomen in een verhaal. Categoriseer de verhalen op basis van de tags. Vul daarvoor het schema in. Zet elk verhaal bij de tag waar het naar jouw idee het meest thuis hoort. Je vult ieder verhaal maar één keer in.


Vraag 2


Kies bij elke tag het meest kenmerkende verhaal. Je hebt nu een lijstje met zes verschillende verhalen.


Vraag 3


Bespreek per verhaal of en in hoeverre het motto op dit verhaal van toepassing is.


Schema

tags verhalen
fantasie
humor
psychische aandoeningen
geloof
scheepvaart
schrijverschap

C


Vraag 1


Kies één van de volgende uitspraken en vul die aan:


Uitspraak A


Het motto is goed gekozen, want ....


Uitspraak B


Het motto is niet goed gekozen, want ....


Uitspraak C


Het motto is niet goed en niet slecht gekozen, want ....