Het recht van de sterkste: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Kwesties

Het recht van de sterkste bespreekt een zwaar onderwerp: het begint met een verkrachting, en uit dat seksueel geweld komen nog andere vormen van huiselijk geweld voort.

Titel Het recht van de sterkste
Niveau boek 5
Opdracht niveau 4 | Motief
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus kwesties
Je leert een belangrijk motief uit het boek verbinden met onze werkelijkheid.
Gemaakt door Pieter Waalewijn
Bron 1 Nederlandse website over seksueel geweld
Bron 2 beeldverhaal
Bron 3 infographic over seksuele grensoverschrijding in Nederland nu
Bron 4 Belgische website over seksueel geweld

A

Vraag 1

De verkrachting van Maria vindt plaats in hoofdstuk 2, maar al in het eerste hoofdstuk wordt de spanning naar dat moment opgebouwd. 
a. Beschrijf zo precies mogelijk hoe het slachtoffer (Maria) en de dader (Reus) in de eerste twee hoofdstukken in hun hoofd 'toewerken' naar wat er uiteindelijk gebeurt.
b. 
Is het onvermijdelijk wat er gebeurt? Leg uit.
c. 
Hoe reageert Maria in hoofdstuk 2 op wat haar overkomt, en wat is Reus’ reactie in dit hoofdstuk op zijn misdaad?


Vraag 2

Er zijn ook twee getuigen: Slimke Snoeck en Witte Manse. Beschrijf hun reacties.


Vraag 3

In hoofdstuk 3 wordt verteld hoe Maria’s moeder op de verkrachting van haar dochter reageert. Beschrijf die reactie.


Vraag 4

In het volgende hoofdstukje zien we hoe Reus in zijn vriendenkring spreekt over wat er gebeurd is. 
a. Hoe wordt in deze kring over Reus' misdaad gedacht, ook door Reus zelf?
b. 
Hoe denkt Witte Manse inmiddels over de verkrachting van Maria?


Vraag 5

In hoofdstuk 5 horen we de verhalen van Maria’s lotgenoten.
a. Met welk doel worden deze verhalen uitgewisseld?
b. 
Is er bij deze vrouwen sprake van een gezamenlijke opvatting over seksueel geweld? Leg uit.
c. 
De laatste zin van het hoofdstuk is belangrijk; hier wordt ook de titel van het boek voor het eerst genoemd. Wat is de conclusie die in die slotzin wordt geformuleerd?


Vraag 6

Aan het eind van hoofdstuk 6 blikt Maria terug op de verkrachting.
a. Hoe denkt ze nu over zichzelf als slachtoffer?
b. 
Is het volgens jou normaal dat een slachtoffer van seksueel geweld zo over zichzelf denkt? Leg uit.


B

Vraag 1

'Omdat praten helpt …' – dat is het motto van de website seksueelgeweld.nl, die slachtoffers van seksueel geweld en hun ouders en partners wil helpen. In de wereld van Maria Beert was seksueel geweld aan de orde van de dag, maar slachtofferhulp bestond nog niet. Hoe denk je dat Maria gereageerd zou hebben op de uitspraak dat 'praten helpt'?


Vraag 2

Bekijk de genoemde website (bron 1) en het beeldverhaal (bron 2) dat op die site te vinden is.
a. Neem ten minste vijf zinnen/uitspraken over uit het beeldverhaal die passen bij het verhaal van Maria Beert.
b. Welke elementen uit het beeldverhaal hadden Maria kunnen helpen bij de verwerking van het seksuele geweld, maar zijn in de roman niet terug te vinden?


Vraag 3

'In de wereld van Maria Beert was seksueel geweld aan de orde van de dag,' schreven wij net. Maar hoe is dat nu in onze wereld? Bekijk de infographic van bron 3.


Vraag 4

Lees de laatste drie paragraafjes op de site seksueelgeweld.be (bron 4).
a. Schrijf nu een korte tekst waarin je de belangrijkste conclusies/adviezen met betrekking tot het omgaan met seksueel geweld onder woorden brengt.
b. 
Vergelijk jouw tekst met de slotzin van hoofdstuk 5 (zie A vraag 5c). Wat is het belangrijkste verschil?