De Kapellekensbaan: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Structuur

Titel De Kapellekensbaan
Niveau boek niveau 6
Opdracht niveau 5 | Structuur
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus structuur
Je leert reflecteren op de structuur van de roman.
Gemaakt door Pieter Waalewijn

A

Vraag 1

Je begint met een eenvoudige beschrijving van de structuur door de eerste twee kolommen van onderstaand schema in te vullen. (De paginanummers kunnen in jouw uitgave anders zijn; pas ze dan aan in het schema.)


Vraag 2

In het voorwoord van de roman (p. 5) wordt verteld waar het boek over zal gaan. Neem uit dit voorwoord de twee zinsgedeelten over die aangeven wat de twee hoofdlijnen van het boek zullen worden.


Vraag 3

Het zal je niet ontgaan zijn dat de Ondine-lijn in de roman steeds cursief is afgedrukt. Geef in de derde kolom van het schema aan hoeveel Ondine-stukjes er in elk hoofdstuk voorkomen. Daarvoor moet je dus bladeren en tellen.


Vraag 4

De rest van het boek speelt zich in het heden af. Daarin wordt verteld over Boontje (de schrijver) en zijn vrienden. In sommige van die stukjes is de schrijver aan het schrijven of vertellen over Ondine – en dat gebeurt in gecursiveerde zinnen. Maak het schema nu af door per hoofdstuk aan te geven hoeveel stukjes uitsluitend in het verhaalheden spelen (kolom 4), en hoeveel er zowel over het heden als over het Ondine-verleden gaan (kolom 5). 


Vraag 5

Zoek het eerste stukje in de roman op waarin de lezer een mix van gewoon en cursief tegenkomt. Noteer de titel van dat stukje en geef in eigen woorden weer hoe de schrijver deze mix aan de lezer 'verkoopt'.


Vraag 6

In feite is er nóg een verhaallijn in deze roman: die van Reinaert. Al in het eerste stukje van hoofdstuk 1 ('Over alles een groot kruis') is sprake van 'de reinaert van willem-die-madoc maakte'. Noteer de paginanummers van alle keren dat Reinaert in hoofdstuk 1 opduikt.
 



B

Na deze beschrijving en inventarisatie komt natuurlijk de vraag: Waarom dit circus? Wat zit er achter deze structuur? En wat moet je er als lezer nu mee? We gaan proberen deze vragen te beantwoorden.


Vraag 1

Laten we eerst eens kijken naar de wordingsgeschiedenis van dit boek. Lees het tekstje (onder Literatuurgeschiedenis) dat jarenlang op deze site heeft gestaan om dit boek bij de lezer te introduceren. Lees ook het daarop volgende citaat uit een brief van Boon. 
Wat wordt hier in het kort gezegd over de ontstaansgeschiedenis van dit complexe boek?


Vraag 2

In de roman zelf heb je ook heel wat passages gelezen die over het schrijven van dit boek gingen. Denk aan het voorwoord en aan het stukje dat je bij vraag A5 hebt besproken. 

Herlees nu de eerste twee stukjes van 'Hier begint definitief het 1ste hoofdstuk'. Wat wordt hier gezegd over de structuur (het grondplan) van De Kapellekensbaan?


Vraag 3

Als je probeert te bedenken wat voor boek Boon voor ogen stond toen hij in 1943 aan Madame Odile begon, en dat vergelijkt met het boek dat tien jaar later als De Kapellekensbaan is verschenen, moeten we dan volgens jou blij zijn met de uiteindelijke vorm van het boek, of niet? Is De Kapellekensbaan in jouw ogen een uit de hand gelopen experiment of is het juist meesterlijk geconstrueerd? Natuurlijk licht je je antwoorden toe.

Literatuurgeschiedenis

In het besef dat de wereld zich niet langer leent tot 'fatsoenlijke boeken', verscheurt Boon eind 1945 het manuscript van een roman waaraan hij sinds september 1943 vol enthousiasme werkt, Madame Odile. De schrijver vernietigt zijn boek evenwel niet maar recycleert het. De snippers ervan vult hij aan met kanttekeningen bij onze wereld van vandaag, verhaaltjes, bittere bedenkingen, parabels... kleine geschiedenissen. Door dit alles heen loopt als een feuilleton het verhaal van Odile, die nu Ondineke Bosmans heet en die in de vorige eeuw geboren is. Dit arme, maar sluwe en felle meisje gebruikt al haar charmes om hogerop te komen. Daarvoor wendt ze zich in eerste instantie tot de haast nog feodale machthebbers ten tijde van het opkomende socialisme. Haar lotgevallen worden voortdurend becommentarieerd door een bont gezelschap van personages: de Kantieke Schoolmeester, Mossieu Colson van tminnesterie, Tippetotje de schilderes, Kramiek, en het evenbeeld van de schrijver, de dichter en dagbladschrijver Johan Janssens, die zelf nog een pastiche van het middeleeuwse Reinaert-verhaal aan deze wirwar toevoegt. Het 'onfatsoenlijke boek' dat zo ontstaat geldt als een onbetwist hoogtepunt van de Nederlandstalige literatuur van deze eeuw.
De Kapellekensbaan is inmiddels in een groot aantal landen in vertaling verschenen.
Bron: arbeiderspers.nl

'ik ben aan Madame Odile begonnen en zal trachten deze wereld van onbegrip, misverstand, en het zich verblijden in het ongeluk van een ander, er in neer te leggen. Ik zal er tevens de ondergang van de kleine burgerij onder de slagen van twee elkander opvolgende oorlogen, en het tijdsbeeld van vóór- en naoorlogsche kleinstad in trachten op te bouwen.' (Boon in een brief, najaar 1943)