Hoewel ze redelijk zeldzaam zijn, komen er in de moderne Nederlandse literatuur meer dierenverhalen voor. De bekendste auteur van dit genre is Anton Koolhaas. Hij schreef meerdere bundels met dierenverhalen die in 1990 verschenen onder de titel Alle dierenverhalen. De bundel bevat bijna duizend pagina's.

In deze opdracht ga je je verdiepen in de manier waarop de dieren worden geportretteerd in Erik of Het klein insectenboek en een van de verhalen van Koolhaas.

A

Vraag 1


Bestudeer de pagina over Koolhaas' bundel Er zit geen spek in de val op deze site (N4). Kies op basis van de beschrijvingen die je daar aantreft een van de vijf verhalen uit de bundel en lees het verhaal aandachtig. Je hoeft geen aantekeningen te maken.

Vul vervolgens onderstaande tabel in. Vul op de […] zelf een aspect in.

B

Vraag 1


Verwerk de gegevens uit de tabel in een beschouwing. Daarin laat je zien dat Bomans en Koolhaas de dieren portretteren op manieren die wezenlijk van elkaar verschillen. Laat ook zien welke gevolgen dat heeft voor de betekenis van beide verhalen: waarover gaan beide verhalen in diepste wezen?
Het is aan te bevelen gebruik te maken van bronnen; vergeet in dat geval niet om je bronnen te vermelden.
Je beschouwing bestaat uit 750-1000 woorden; meer mag ook.

Tip profielwerkstuk
Als je dit een interessante of leuke opdracht vond, kun je overwegen je profielwerkstuk te schrijven over dieren in de Nederlandse literatuur. Je kunt dan denken aan werken als Van den vosch Reynaerde (ca. 1260), Der naturen bloemen (Jacob van Maerlant, 1285), De aaibaarheidsfactor (Rudy Kousbroek, 1969), Dierenverhalen (L.H. Wiener, 2008) en een van de verhalenbundels van Toon Tellegen.